Identiteitscrisis en vernieuwing
Groei gaat gepaard met stuipjes
Toen Mama Cash de puberleeftijd bereikte, raakten de hormonen op drift. De organisatie was flink gegroeid. De Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 had nieuwe energie en inspiratie gegeven en in 1996 werd Mama Cash onderscheiden met de Joke Smitprijs, de emancipatieprijs van de Nederlandse regering. In dat zelfde jaar ontving Mama Cash voor het eerst subsidie van een ontwikkelingsorganisatie, van Novib. Ook was in 1996 op initiatief van erfdochter Johanna het door haar gefinancierde Midden- en Oost-Europafonds van start gegaan. Desondanks heerste er een crisissfeer. ‘Groei gaat gepaard met stuipjes’, staat te lezen in het jaarverslag over 1996. Men was ontevreden over een gebrek aan beweging van Mama Cash. Was ze nog wel de luis in de pels die ze wilde zijn?
Nieuwe initiatieven versus onderhoud
Op de Wereldvrouwenconferentie in Beijing in 1995 had Mama Cash te horen gekregen dat ‘Noord-Zuidhulp’ een nieuwe vorm van kolonialisme was. Dat versterkte het gevoel dat er een kloof bestond tussen het Amsterdamse Mama Cash en de groepen in het Zuiden die ze wilde steunen.
Ook het Cultuurfonds keek wat betreft het honoreren van aanvragen uit Nederland kritisch naar zichzelf. ‘Witte vrouwen zijn meer met onderhoud en consolidatie bezig dan met vernieuwing’, vermeldt het jaarverslag over 1996. Met andere woorden: meer van hetzelfde ondersteunen was niet wat Mama Cash wenste en gewend was te doen. ‘Vernieuwing komt vooral van de kant van allochtonen- en migrantengroepen.’ En dat paste wel bij Mama Cash.
Onderscheidend vermogen
Oprichter Marjan Sax kan zich de knagende twijfel van toen nog goed herinneren. Sax: ‘Mede onder invloed van Mama Cash was inmiddels tot iedereen doorgedrongen hoe belangrijk vrouwen waren voor de ontwikkeling van de wereld.’ Waar Mama Cash voorloper in was, bleek ondertussen gemeengoed geworden. Vrouwelijke ondernemers zetten bedrijven op en organisaties als Novib en Hivos hadden inmiddels een eigen programma voor vrouwen. Sax: ‘Het onderscheidend vermogen van Mama Cash was verdwenen. Wij waren geen voorhoede meer. Het was onduidelijk hoe dat veranderd kon worden. Wat was nog de niche van Mama Cash?’ In juli 1996 werden de twijfels op papier gezet en een beleidsgroep ging op zoek naar nieuwe perspectieven.
Wisseling van generaties
De crisis werd met een personeelswissel het hoofd geboden. Fondsenwerver Lilianne Ploumen werd in 1997 de eerste directeur. Ze had een lijstje met prioriteiten: arbeid en zorg; macht en invloed; genderspecifieke gezondheidszorg; seksueel geweld; vrouwenhandel en gedwongen prostitutie; en duurzame ontwikkeling. In Nederland moest de vernieuwing komen van zwarte vrouwen en er moest meer aansluiting gezocht worden bij jonge vrouwen. De tijd was aangebroken voor een wisseling van generaties binnen Mama Cash. Er kwamen nieuwe en jongere betaalde krachten. Oprichters Patti Slegers en Dorelies Kraakman verlieten de organisatie in 1997.
Hernieuwde kracht
De jongere generatie keek anders aan tegen de identiteitscrisis. Nancy Jouwe, vanaf 1998 manager van het Cultuurfonds: ‘Toen ik begon, hadden de oprichters van Mama Cash nog een actieve rol. Ik heb ze allemaal zien vertrekken. Het was niet mijn crisis. Ik was onderdeel van de vernieuwing, net als Lilianne Ploumen. De nieuwe vrouwen belichaamden het zoeken naar nieuwe perspectieven.’ Lilianne Ploumen noemt deze periode terugkijkend een ‘omslag’. Daarbij was wat haar betreft van een generatiekloof geen sprake. (bekijk interview) Hoe je het achteraf ook duidt, Mama Cash kwam met hernieuwde kracht uit deze crisis te voorschijn.